Het verkeer en het strafrecht in Nederland zijn nauw met elkaar verbonden, waarbij zowel het Wetboek van Strafrecht als de Wegenverkeerswet (WVW) een rol spelen in het handhaven van verkeersveiligheid en het bestraffen van verkeersovertredingen en -misdrijven. Onze advocaten hebben veel ervaring met verkeerszaken, in het bijzonder verkeersongevallen met ernstige of dodelijke afloop.
Welke wetsartikelen zijn van belang bij verkeersongevallen?
Er zijn wanneer het gaat over verkeersongevallen een aantal wetsartikelen van belang. U kunt hieronder aanklikken waar u meer over wilt lezen.
- Artikel 5 WVW:
- dit artikel heeft betrekking op het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg.
- dit artikel heeft betrekking op het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg.
- Artikel 5a WVW:
- dit artikel heeft betrekking op het in ernstige mate schenden van verkeersregels waardoor er levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel te duchten is voor een ander.
- dit artikel heeft betrekking op het in ernstige mate schenden van verkeersregels waardoor er levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel te duchten is voor een ander.
- Artikel 6 WVW:
- dit artikel heeft betrekking op een verkeersongeval met dood of letsel door schuld.
- dit artikel heeft betrekking op een verkeersongeval met dood of letsel door schuld.
- Artikel 287 WVW:
- dit artikel heeft betrekking op doodslag in het verkeer.
- dit artikel heeft betrekking op doodslag in het verkeer.
Hierna worden de verschillende varianten besproken.
Advocaat ‘veroorzaken gevaar of hinder op de weg’ nodig (artikel 5 WVW)?
Waar heeft artikel 5 WVW betrekking op?
Artikel 5 van de Wegenverkeerswet (WVW) 1994, ook bekend als de ‘gevaarzetting’-bepaling, richt zich op gedragingen die gevaar of hinder op de weg veroorzaken of kunnen veroorzaken. Dit artikel omvat vier hoofdlijnen van delictsomschrijvingen die elk betrekking hebben op verschillende aspecten van gevaar en hinder in het verkeer:
- Gedrag waardoor gevaar op de weg wordt veroorzaakt: Dit verwijst naar handelingen die een onmiddellijke dreiging voor de verkeersveiligheid kunnen vormen. Voorbeelden zijn roekeloos rijgedrag, zoals zeer hoge snelheid of het negeren van verkeersborden, waardoor een reële kans op een ongeval ontstaat.
- Gedrag waardoor gevaar kan worden veroorzaakt: Deze omschrijving omvat situaties waarin het gedrag van een weggebruiker een potentieel risico voor de verkeersveiligheid met zich meebrengt, zelfs als het daadwerkelijke gevaar nog niet is gerealiseerd. Denk hierbij aan rijden met een onjuist afgestelde lading waardoor het voertuig instabiel kan worden.
- Gedrag waardoor het verkeer op de weg wordt gehinderd: Dit betreft situaties waarin een persoon zodanig handelt dat het verkeer wordt belemmerd, zoals onterecht parkeren op een weg die hierdoor onvoldoende ruimte biedt voor ander verkeer.
- Gedrag waardoor het verkeer kan worden gehinderd: Dit verwijst naar gedragingen die mogelijk een belemmering voor het verkeer kunnen vormen, zelfs als dit nog niet direct merkbaar is. Voorbeeld hiervan kan zijn een slecht onderhouden voertuig dat potentieel defecten kan veroorzaken die de doorstroming van het verkeer kunnen beïnvloeden.
Wat voor straffen worden opgelegd bij overtreding artikel 5 WVW?
De overtreding van artikel 5 WVW 1994 wordt bestraft met hechtenis van maximaal zes maanden en/of een geldboete van de derde categorie, en kan ook leiden tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal twee jaar. Bij recidive kan deze ontzegging worden verlengd tot vier jaar. In plaats van strafvervolging kan het Openbaar Ministerie (OM) ook kiezen voor een strafbeschikking of transactie, waarbij een administratieve boete kan worden opgelegd via de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV).
Wat is een voorbeeld van artikel 5 WVW?
Een concreet voorbeeld van een situatie die onder artikel 5 WVW 1994 kan vallen is als volgt:
Stel, een bestuurder parkeert zijn auto op een smal, druk begaanbaar straatje zonder vergunning, waarbij de auto gedeeltelijk op de weg staat. Hierdoor wordt de doorgang voor andere voertuigen ernstig belemmerd, en kunnen grotere voertuigen zoals vrachtwagens en bussen niet passeren. Dit kan leiden tot een verkeersopstopping en andere bestuurders moeten omrijden of langzaam passeren, wat risico’s met zich meebrengt voor mogelijke aanrijdingen of het ontstaan van gevaarlijke situaties, vooral als het verkeer probeert te manoeuvreren om de belemmering heen. In dit geval zou de bestuurder zich schuldig maken aan gevaarzetting zoals bedoeld in artikel 5 WVW 1994, omdat zijn ongepaste parkeerhandeling direct of indirect gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt of kan veroorzaken.
Artikel 5 WVW 1994 beschermt dus de verkeersveiligheid door te voorzien in sancties voor gedragingen die het verkeer ernstig kunnen beïnvloeden. Dit is een breed geformuleerde bepaling die zowel concrete gevaarlijke situaties als potentieel gevaarlijke gedragingen kan bestraffen, afhankelijk van de ernst en omstandigheden. De wetgever beoogt hiermee te voorkomen dat lichte overtredingen of incidentele hinder automatisch leiden tot juridische gevolgen; alleen evidente vormen van gevaar en hinder komen in aanmerking voor strafrechtelijke vervolging.
Verdacht van artikel 5 WVW?
Indien u hierover vragen heeft, neemt u dan vooral contact op met ons kantoor. U kunt een e-mail sturen aan info@klpadvocaten.nl of (tijdens kantoortijden) bellen naar het telefoonnummer 020-6731548. Bij spoed (uzelf of een bekende van u wordt mogelijk binnenkort aangehouden) kunt u contact opnemen via ons spoedtelefoonnummer 06-24428734.
Advocaat ‘levensgevaar veroorzaken op weg’ nodig (artikel 5a WVW)?
Waar heeft artikel 5a WVW betrekking op?
Artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) richt zich op ernstige gevaarzetting in het verkeer, een misdrijf dat opzettelijk ernstig verkeersregels schenden zonder directe gevolgen strafbaar stelt. Het artikel, dat op 1 januari 2020 in werking is getreden, voorziet in straffen voor verkeersdeelnemers die op ernstige wijze de verkeersregels overtreden, met als gevolg een aanzienlijk risico op levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel voor anderen. Dit wetsartikel biedt een juridisch kader voor situaties waarbij de verkeersveiligheid in ernstige mate wordt aangetast door de acties van een verkeersdeelnemer.
Wat is nodig voor een bewezenverklaring van artikel 5a WVW?
Delictsomschrijving en Kwalificatie
Artikel 5a WVW stelt dat verkeersdeelnemers die zich opzettelijk in ernstige mate schuldig maken aan verkeersregel overtredingen, waarbij levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten is, strafbaar zijn. Dit betreft gedragingen die in ernstige mate de verkeersregels schenden en waarbij een aanzienlijk risico voor andere weggebruikers wordt gecreëerd. Deze ernstige gevaarzetting wordt als misdrijf gekwalificeerd en kan leiden tot een gevangenisstraf van maximaal twee jaar en/of een geldboete van de vierde categorie. Bij recidive kan de rijbevoegdheid worden ontzegd voor maximaal tien jaar.
Opzet en Ernstige Schending
Het vereiste opzet in artikel 5a WVW betreft zowel opzet op het schenden van verkeersregels als op het ernstige karakter van die schending. Dit betekent dat de verdachte bewust verkeersregels in ernstige mate heeft overtreden, zoals door herhaaldelijk door rood rijden of voortdurend met hoge snelheid rijden. Dit opzet hoeft niet gericht te zijn op het veroorzaken van gevaar, maar enkel op het ernstige schenden van de regels.
Gedragingen en Risico’s
De wet benoemt specifieke gedragingen die als ernstig gevaarzettend kunnen worden aangemerkt, zoals:
- Herhaaldelijk door rood rijden.
- Continu met hoge snelheid rijden.
- Aanhouden van gevaarlijke rijomstandigheden, zoals het rijden met een mobiel elektronisch apparaat.
Het artikel biedt ruimte voor de handhavingspraktijk om andere gedragingen te classificeren als ernstig gevaarzettend indien deze een vergelijkbaar risico voor de verkeersveiligheid met zich meebrengen.
Wat is een voorbeeld van artikel 5a WVW?
Stel je voor dat Lisa, een ervaren bestuurder, op een drukke stadssnelweg rijdt tijdens een regenachtige avond. Ondanks de natte omstandigheden en de zichtbaarheid van een rood kruis boven de rijstrook, besluit ze om met een snelheid van 140 km/u door te rijden op een weg waar de maximumsnelheid 80 km/u is. Lisa negeert meerdere waarschuwingsborden en rijdt zelfs op de vluchtstrook om snel voorbij te kunnen rijden. Haar gedrag creëert een aanzienlijk risico voor andere weggebruikers, die plotseling moeten reageren op haar gevaarlijke rijstijl.
Wat voor straffen worden opgelegd bij overtreding artikel 5a WVW?
Voor ernstige gevaarzetting op basis van artikel 5a WVW kan de rechter een gevangenisstraf tot twee jaar opleggen, een geldboete van de vierde categorie, en de ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal vijf jaar (of tien jaar bij recidive). Buitengerechtelijke afdoening, zoals een strafbeschikking, is ook mogelijk, maar gezien de ernst van het delict wordt vaak voor een dagvaarding gekozen. Voor beginnende bestuurders kan een strafpunt worden opgelegd, wat kan leiden tot een beoordeling van rijvaardigheid door het CBR.
Koppeling met Roekeloosheid
Wanneer ernstige gevaarzetting zoals beschreven in artikel 5a WVW ook leidt tot daadwerkelijke schade, zoals de dood of ernstig letsel van een ander, kan dit worden gekwalificeerd als roekeloosheid volgens artikel 175 WVW. In dergelijke gevallen is er sprake van de hoogste vorm van schuld, wat kan leiden tot nog zwaardere straffen.
In samenvatting is artikel 5a WVW een belangrijk instrument om ernstig gevaarzettend gedrag in het verkeer te bestraffen en verkeersveiligheid te waarborgen. Het biedt een juridisch kader om te straffen voor opzettelijke en ernstige schendingen van verkeersregels die een aanzienlijk risico voor anderen met zich meebrengen.
Verdacht van artikel 5 WVW?
Indien u hierover vragen heeft, neemt u dan vooral contact op met ons kantoor. U kunt een e-mail sturen aan info@klpadvocaten.nl of (tijdens kantoortijden) bellen naar het telefoonnummer 020-6731548. Bij spoed (uzelf of een bekende van u wordt mogelijk binnenkort aangehouden) kunt u contact opnemen via ons spoedtelefoonnummer 06-24428734.
Advocaat ‘verkeersongeval dodelijk of ernstig letsel’ nodig (artikel 6 WVW)?
Waar heeft artikel 6 WVW betrekking op?
Artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) behandelt de strafbaarheid van het veroorzaken van verkeersongevallen door schuld. Dit artikel, dat op 1 januari 1995 in werking is getreden, stelt dat het verboden is voor iedere verkeersdeelnemer om zich zo te gedragen dat een verkeersongeval door zijn schuld plaatsvindt, dat resulteert in de dood of zwaar lichamelijk letsel van anderen, of letsel dat leidt tot tijdelijke ziekte of verstoring van normale bezigheden.
Artikel 6 WVW verbiedt specifiek het veroorzaken van verkeersongevallen waarbij andere mensen worden gedood of ernstig gewond raken door schuld van de verdachte. Dit kan ook letsel zijn dat tijdelijk ziekte of verstoring van dagelijkse activiteiten met zich meebrengt. Het gaat dus om ernstige verkeersongevallen die directe gevolgen hebben voor de gezondheid van anderen.
Wat zijn de vereisten voor artikel 6 WVW?
Schuld
Een kernaspect van artikel 6 WVW is het begrip ‘schuld’. In juridische termen betekent schuld in dit artikel een aanzienlijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Dit houdt in dat de verdachte een zorgeloze of onoplettende houding heeft aangenomen die heeft bijgedragen aan het ongeval. Het gaat niet alleen om een enkele verkeersovertreding, maar om een geheel van gedragingen en omstandigheden die samen tot schuld leiden. Bijvoorbeeld, als iemand door alcoholgebruik onoplettend is, kan dit leiden tot schuld als het ongeval ernstiger gevolgen heeft. Schuld wordt beoordeeld op basis van het gedrag van de verdachte in relatie tot het ongeval, niet alleen de gevolgen daarvan.
Roekeloosheid
Roekeloosheid is de zwaarste vorm van schuld en wordt ook onder artikel 6 WVW geschaard. Dit houdt in dat de verdachte bewust risico’s heeft genomen die ernstige gevolgen kunnen hebben. Roekeloosheid, zoals vastgelegd in artikel 175 lid 2 WVW, vereist bewijs dat de verdachte zich bewust was van de onaanvaardbare risico’s en deze toch heeft genomen. Roekeloos gedrag kan leiden tot zwaardere straffen dan gewone schuld, omdat het gedrag van de verdachte bijzonder gevaarlijk en onverantwoordelijk was.
Toepassing op Verkeersdeelnemers
Artikel 6 WVW richt zich niet alleen tot bestuurders van motorvoertuigen, maar tot alle verkeersdeelnemers, waaronder fietsers, voetgangers en passagiers. Dit betekent dat ook zij aansprakelijk kunnen zijn voor verkeersongevallen die zij door schuld veroorzaken.
Letsel en Causaliteit
Artikel 6 WVW maakt onderscheid tussen verschillende soorten letsel:
- Zwaar lichamelijk letsel: Letsel dat aanzienlijk is en langdurige gevolgen kan hebben.
- Tijdelijke ziekte of verhindering van normale bezigheden: Letsel dat tijdelijk ziekte of problemen in het dagelijks leven veroorzaakt, maar niet langdurig is.
Bij de beoordeling moet er een dubbele causaliteit zijn. Dit betekent dat er een direct verband moet zijn tussen het gedrag van de verdachte en het ongeval, en vervolgens tussen het ongeval en het letsel of de dood van het slachtoffer.
Welke straf kan voor artikel 6 WVW worden opgelegd?
Overtreding van artikel 6 WVW is een misdrijf. De straffen kunnen variëren afhankelijk van de omstandigheden. Bij dodelijke verkeersongevallen kan een maximum gevangenisstraf van drie jaar worden opgelegd. Bij zwaar lichamelijk letsel is de maximale straf anderhalf jaar. Bij roekeloosheid kunnen de straffen oplopen tot zes jaar gevangenisstraf voor dodelijk letsel en drie jaar voor lichamelijk letsel. Strafverzwarende omstandigheden, zoals rijden onder invloed of extreem snel rijden, kunnen de straf verhogen.
Wat is een voorbeeld van artikel 6 WVW?
Stel, Emma rijdt op een drukke avond met 140 km/u op een weg waar 80 km/u is toegestaan. Door de regen is de weg glad, maar Emma negeert dit en houdt geen rekening met de omstandigheden. Ze verliest de controle over haar voertuig en veroorzaakt een kettingbotsing waarbij twee andere voertuigen betrokken raken. Een van de inzittenden, Tom, raakt ernstig gewond en moet verschillende operaties ondergaan. Zijn herstel duurt maanden en hij kan tijdelijk niet werken.
In deze situatie kan Emma worden aangeklaagd op basis van artikel 6 WVW. Haar roekeloze rijgedrag, door te hoge snelheid en het negeren van de weersomstandigheden, heeft geleid tot het ongeval en de ernstige verwondingen van Tom. De rechter zal beoordelen of Emma’s gedrag roekeloos was en of zij schuld heeft aan het ernstige letsel van Tom. Als roekeloosheid wordt vastgesteld, kan de straf voor Emma aanzienlijk hoger zijn, wat kan leiden tot een langere gevangenisstraf en een ontzegging van haar rijbevoegdheid.
Verdacht van artikel 6 WVW?
Indien u hierover vragen heeft, neemt u dan vooral contact op met ons kantoor. U kunt een e-mail sturen aan info@klpadvocaten.nl of (tijdens kantoortijden) bellen naar het telefoonnummer 020-6731548. Bij spoed (uzelf of een bekende van u wordt mogelijk binnenkort aangehouden) kunt u contact opnemen via ons spoedtelefoonnummer 06-24428734.
Advocaat ‘doodslag in verkeer’ nodig (artikel 287 Sr)?
Wat is doodslag in het verkeer?
Doodslag in het verkeer komt niet vaak voor en de juridische lat ligt hoog. Artikel 287 Sr vereist dat de verdachte opzettelijk handelde om een ander van het leven te beroven. Dit opzet kan eenvoudig worden bewezen als iemand bewust en met de bedoeling handelt om een ander te doden, zoals in het geval van moord met een wapen. In verkeerssituaties is de beoordeling van opzet echter complexer, omdat het vaak gaat om indirecte en mogelijk minder voor de hand liggende situaties van opzet.
Voorwaardelijk opzet is een lagere drempel dan direct opzet en is voldoende voor een veroordeling. Voorwaardelijk opzet houdt in dat de verdachte zich bewust is van een aanzienlijke kans dat zijn of haar handelen kan leiden tot de dood van een ander, maar desondanks deze kans accepteert. Het opzet moet dus afgeleid worden uit de omstandigheden en het rijgedrag van de verdachte.
In het verkeer kan doodslag optreden als een bestuurder opzettelijk een ander van het leven berooft. Dit is de zwaarste vorm van verkeersdelict, omdat het gaat om handelen met de intentie om te doden of het aanvaarden van een aanzienlijke kans op dood. Dit staat in contrast met artikel 6 WVW, dat gaat over dood door schuld en dus niet over opzet.
Belangrijke uitspraken over doodslag in het verkeer
Een bekend voorbeeld van doodslag in het verkeer betreft het zogenaamde Porsche-arrest. In deze zaak reed de verdachte met hoge snelheid, negeerde rood licht, en maakte gevaarlijke inhaalmanoeuvres. Ondanks het feit dat de verdachte zijn rijgedrag soms aanpaste om ongelukken te vermijden, erkende de Hoge Raad dat niet alle elementen van opzet bewezen waren. De Hoge Raad vond dat de verdachte niet met opzet de kans op dood had aanvaard, omdat hij zijn rijgedrag bij gevaarlijke situaties wel degelijk matigde.
In contrast, het spookrijder-arrest illustreert een geval van voorwaardelijk opzet. De verdachte reed opzettelijk tegen de richting in op een snelweg en wisselde gevaarlijk van rijstrook, wat een aanzienlijke kans op dodelijke ongevallen met zich meebracht. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte bewust de kans op dodelijke ongevallen had aanvaard, wat leidde tot een veroordeling voor doodslag.
Welke straffen kunnen worden opgelegd voor doodslag in het verkeer?
Het misdrijf van doodslag, ook in verkeerszaken, wordt bestraft met een maximale gevangenisstraf van 25 jaar. De ernst van het feit maakt dat verdachten vaak lange tijd in voorlopige hechtenis blijven. Voor doodslag in het verkeer wordt daarnaast een taakstraf uitgesloten, wat betekent dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf verplicht is, zelfs als deze kort kan zijn.
Een bijkomende straf kan de ontzegging van de rijbevoegdheid zijn, tot maximaal tien jaar. Deze maatregel wordt vaak opgelegd, zowel om de veiligheid op de weg te waarborgen als om het gedrag van de verdachte te bestraffen.
Wat is een voorbeeld van doodslag in het verkeer?
Stel je voor dat Mark, een bestuurder, op een drukke zaterdagmiddag opzettelijk door een rood verkeerslicht rijdt met een snelheid van 120 km/u, terwijl hij ziet dat een kind en zijn moeder de straat oversteken. Mark rijdt recht op hen af en kan niet tijdig remmen, wat leidt tot een fatale aanrijding waarbij het kind omkomt.
Als het blijkt dat Mark opzettelijk het rode licht negeerde en de aanmerkelijke kans accepteerde dat hij een fatale aanrijding zou veroorzaken, kan hij worden aangeklaagd voor doodslag volgens artikel 287 Sr. In dit geval wordt de opzet afgeleid uit het feit dat Mark bewust de aanzienlijke kans op een dodelijk ongeval accepteerde door met hoge snelheid door een rood licht te rijden, terwijl hij een groep voetgangers zag oversteken.
Verdacht van doodslag in het verkeer?
Indien u hierover vragen heeft, neemt u dan vooral contact op met ons kantoor. U kunt een e-mail sturen aan info@klpadvocaten.nl of (tijdens kantoortijden) bellen naar het telefoonnummer 020-6731548. Bij spoed (uzelf of een bekende van u wordt mogelijk binnenkort aangehouden) kunt u contact opnemen via ons spoedtelefoonnummer 06-24428734.
Lees hier meer over doodslag.
Wilt u meer lezen over: