Wederrechtelijke vrijheidsberoving houdt in dat iemand opzettelijk een ander van zijn vrijheid berooft. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden door iemand tegen zijn wil op te sluiten, te kidnappen of anderszins te beletten om vrij te bewegen. Wederrechtelijke vrijheidsberoving wordt in het Wetboek van Strafrecht gezien als een ernstig misdrijf. Op dit delict staat in beginsel een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of een geldboete van de vijfde categorie (€103.000).
Wat is een voorbeeld van wederrechtelijke vrijheidsberoving? Stel je voor dat Lisa boos is op haar buurman Tom omdat hij een grensafwijking op haar oprit heeft gemaakt. In een moment van woede besluit ze Tom tegen zijn wil in op te sluiten in haar kelder. Ze houdt de deur op slot en laat hem daar urenlang zonder toegang tot voedsel, water, of de mogelijkheid om te communiceren met de buitenwereld. Er is geen sprake van enige eis of onderhandelingen; Lisa handelt uit persoonlijke wraak en om haar frustraties te uiten. Dit is een voorbeeld van wederrechtelijke vrijheidsberoving, waarbij Tom’s vrijheid onterecht en zonder doel wordt beperkt.
Gijzeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving zijn verschillende strafbare feiten. Beide strafbare feiten hebben te maken met het beperken van iemands vrijheid, maar ze verschillen in opzet en doel.
Wat staat er in het wetsartikel met betrekking tot wederrechtelijke vrijheidsberoving?
Het wetsartikel waarin wederrechtelijke vrijheidsberoving strafbaar is gesteld, artikel 282 Wetboek van Strafrecht, luidt als volgt:
‘Hij die opzettelijk een ander van de vrijheid berooft, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of een geldboete van de vijfde categorie.’
Welke straffen kunnen er bij wederrechtelijke vrijheidsberoving worden opgelegd?
Het is aan de rechter om te bepalen of er sprake is van een strafbaar feit. Als dit het geval is, zal de rechter bij het vaststellen van de straf rekening houden met alle relevante omstandigheden. Ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte spelen een rol. De advocaten van Kötter, L’Homme & Plasman Advocaten zorgen ervoor dat deze omstandigheden zorgvuldig aan de rechter worden gepresenteerd. De maximale gevangenisstraf die voor wederrechtelijke vrijheidsberoving kan worden opgelegd, is acht jaar. De maximale straf wordt echter lang niet altijd opgelegd.
Een advocaat van Kötter, L’Homme & Plasman Advocaten kan bij een verdenking van wederrechtelijke vrijheidsberoving een cruciale rol spelen. Zo kan een van onze advocaten de rechter wijzen op eventuele tekortkomingen in het bewijs. Als het bewijs onvoldoende is, zou dit tot vrijspraak moeten leiden. Mocht de verdachte het delict hebben bekend, dan kan een advocaat van Kötter, L’Homme & Plasman Advocaten pleiten voor een lagere straf, gebaseerd op specifieke omstandigheden van het geval.
Is een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving strafbaar?
Ook een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving is strafbaar. Artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht stelt dat een poging tot een misdrijf strafbaar is, mits er een begin van uitvoering van het misdrijf heeft plaatsgevonden. Of er sprake is van een begin van uitvoering hangt af van de feiten en omstandigheden van het geval. Uit de jurisprudentie blijkt dat het belangrijk is hoe dicht de gedragingen van de verdachte bij de voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen.
Daarnaast moet de verdachte daadwerkelijk van plan zijn geweest om iemand van zijn vrijheid te beroven. In het strafrecht wordt dit (voorwaardelijk) opzet genoemd. Van (voorwaardelijk) opzet is sprake als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het gevolg, zoals in dit geval de vrijheidsberoving, zal intreden.
Bij een poging tot opzettelijke vrijheidsberoving geldt een lagere maximale gevangenisstraf dan bij een voltooide vrijheidsberoving. De maximale gevangenisstraf wordt bij een poging verminderd met een derde van de maximale straf voor het voltooide delict.
Vrijspraak voor (poging tot) wederrechtelijke vrijheidsberoving?
Met regelmaat worden verdachten vrijgesproken van dit delict. Een voorbeeld daarvan wordt hieronder weergegeven.
Drie jonge vrouwen hebben bij de politie aangifte gedaan van ernstige misdrijven. Ze claimen dat ze in een Belgische club en later in de auto zijn bedreigd, betast, verkracht, mishandeld en van hun vrijheid beroofd. De verdachte is echter vrijgesproken van wederrechtelijke vrijheidsberoving. Er is onvoldoende bewijs dat zijn bedoeling was om hen hun vrijheid te ontnemen. Het doel van zijn acties leek eerder te zijn om aandacht te krijgen en seksuele handelingen te verrichten, niet om hen van hun vrijheid te beroven.
Advocaat nodig vanwege (poging tot) wederrechtelijke vrijheidsberoving?
De advocaten van Kötter, L’Homme & Plasman Advocaten zijn ervaren strafrechtspecialisten op het gebied van (poging tot) opzettelijke vrijheidsberoving. Wij kunnen u bijstaan op het moment dat u wordt verdacht van een (poging tot) opzettelijke vrijheidsberoving. Onze advocaten analyseren het strafdossier en bepalen samen met u de beste strategie om het gewenste resultaat te bereiken. Het is belangrijk om te weten dat onze advocaten geen loze beloften doen; wij bieden u gedegen, eerlijk en oprecht advies. Mocht u voor de rechter moeten verschijnen, dan zorgen wij ervoor dat u grondig wordt voorbereid op de zitting. De advocaten van Kötter, L’Homme & Plasman Advocaten vertegenwoordigen u op de best mogelijke manier tijdens de zitting.
Indien u hierover vragen heeft, neem dan vooral contact op met ons kantoor. U kunt een e-mail sturen naar info@klpadvocaten.nl of tijdens kantoortijden bellen naar het telefoonnummer 020-6731548. Bij spoed (als u of een bekende van u mogelijk binnenkort wordt aangehouden) kunt u contact opnemen via ons spoedtelefoonnummer 06-24428734.
Lees hier meer over wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling.