Tegen de in Schiedam woonachtige Let Ainars S. is vrijdagochtend twaalf jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De man wordt verantwoordelijk gehouden voor de dood van zijn 37-jarige landgenoot Juris Ernestsons. Twee medeverdachten speelden volgens de officier van justitie een veel kleinere rol tijdens het geweld op een feestje van arbeidsmigranten in De Lier.
De in Letland geboren hoofdverdachte Ainars verscheen op het verjaardagsfeestje boven een bedrijfspand toen dat al enige tijd aan de gang was. Hij was volgens getuigen niet welkom, maar kondigde telefonisch aan toch te komen om een schuld bij een andere bewoner te innen. Het ging naar verluidt om een bedrag van 30 euro, dat vervolgens telefonisch naar hem zou zijn overgemaakt.
about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
Ainars kwam toch. Op het feestje liet hij de schuldenaar met rust. Wel raakte hij betrokken bij een ruzie over geluidsoverlast in het pand waar verschillende arbeidsmigranten wonen. Bewoner Juris Ernestsons klaagde vanuit zijn kamer over de herrie. Dit leidde tot een schermutseling in de keuken, waar volgens getuigen overigens niet Ainars A., maar de twee in Delft woonachtige medeverdachten Janis en Ligonis bij betrokken waren.
Geslagen met bagagedrager
Ainars S. ging mee toen de twee mannen iets later op de avond naar de slaapkamer van het slachtoffer gingen. Volgens de officier van justitie is er overweldigend bewijs dat Ainars S. het slachtoffer tot twee keer toe heeft afgetuigd in zijn slaapkamer. De andere mannen zouden slechts hebben toegekeken. Bij de tweede gelegenheid zou Ainars het slachtoffer hebben geslagen met een oude bagagedrager van een fiets.
De officier van justitie erkende dat er kritisch moet worden gekeken naar de getuigenverklaringen. Veel aanwezigen bij het feestje waren onder invloed van alcohol. Zij hecht echter wel veel waarde aan de verklaring van de kamergenoot van het slachtoffer, die in zijn bed getuige was van de geweldplegingen. Verder zijn er dna-sporen aangetroffen op de ring en de schoenen van de verdachte. ,,Het is laakbaar dat de verdachte na de eerste mishandeling in de slaapkamer is teruggekeerd. Hij kwam niet tot bezinning, maar nam een nieuw besluit tot geweldpleging. Dit keer met een hard voorwerp.”
Rammelen
Volgens advocaat J.E. Kotter heeft zijn cliënt recht op vrijspraak, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Met name de getuigenverklaringen rammelen, stelt hij. Zo verklaarden de medeverdachten aanvankelijk dat ze niets hadden gezien. Ze waren toen slechts getuigen. Pas toen ze maanden later als medeverdachten waren gehoord, wezen ze Ainars als dader aan. ,,Ze hebben de verklaringen op elkaar afgestemd. En ze hadden daar ook belang bij natuurlijk.”
Ook de kamergenoot van het slachtoffer heeft volgens de advocaat niet eenduidig verklaard. ,,In eerste instantie verklaarde hij dat hij vanwege de duisternis niets heeft kunnen zien. Later veranderde dat. De getuigen spreken zichzelf tegen, spreken elkaar tegen en verklaren in strijd met de objectief vastgestelde feiten.”
De officier van justitie eiste 188 dagen tegen de twee medeverdachten, wegens mishandeling en het onder druk zetten van getuigen. Als de rechter deze eis overneemt, blijven ze op vrije voeten. Ze hebben deze tijd reeds in voorarrest uitgezeten.
https://www.ad.nl/westland/om-eist-twaalf-jaar-cel-voor-fatale-mishandeling-met-bagagedrager-hij-kwam-niet-tot-bezinning~a3c1d710/?referrer=https%3A%2F%2Fcrm.basenet.nl%2F&cb=f63decc6-c5fa-41c0-9e42-f00558033e79&auth_rd=1