Drie keer levenslang in MH17-strafproces, eenmaal vrijspraak
De rechtbank Den Haag heeft drie van de vier verdachten in de MH17-strafzaak veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor hun rol bij het neerschieten van het toestel van Malaysia Airlines boven Oost-Oekraïne op 17 juli 2014. De vierde verdachte is door de rechtbank vrijgesproken.
De Russen Igor Girkin en Sergej Doebinski en de Oekraïner Leonid Chartsjenko krijgen levenslang. De aanklachten tegen de Rus Oleg Poelatov acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen en hij gaat daarom vrijuit. Het Openbaar Ministerie had levenslang geëist tegen alle vier de verdachten.
Girkin, Doebinski en Chartsjenko moeten bovendien een schadevergoeding van in totaal meer dan 16 miljoen euro betalen aan de nabestaanden van de ramp.
Inzet Buk-raket bewezen
De rechtbank acht bewezen dat het MH17-toestel werd neergeschoten met een Buk-raket vanuit een landbouwveld in Oost-Oekraïne dat in handen was van pro-Russische rebellen. Daarvoor is volgens de rechtbank een overvloed aan bewijs, onder meer afkomstig van gevonden fragmenten van de raket, foto’s, satellietbeelden en getuigenverklaringen.
Op het moment van de ramp vochten in het gebied door Rusland gesteunde rebellen tegen het Oekraïense leger. Girkin (51) was de minister van Defensie in rebellenrepubliek Donetsk (DPR). Hij stuurde eenheden aan en hield contact met Rusland. Doebinski (60) was het hoofd van de inlichtingendienst in Donetsk. Zijn plaatsvervanger Poelatov (56) was de coördinator van de rebellengroep in het gebied, terwijl Oekraïner Chartsjenko (50) commandant was van de strijdende rebellen.
Nauwe samenwerking
De veroordeelden werkten volgens de rechter nauw samen om de Buk-raketinstallatie vanuit Rusland naar het rebellengebied te krijgen en weer af te voeren. Ze drukten niet zelf op de knop, maar worden door de rechtbank toch verantwoordelijk gehouden voor het neerschieten van vlucht MH17 vanwege hun sturende militaire rol en bewuste samenwerking met als doel een vliegtuig neer te schieten.
De inzet van het Buk-systeem werd geïnitieerd door Doebinski, aldus de rechtbank. Chartsjenko ging over het transport. Doebinski en Chartsjenko worden daarom gezien als medeplegers.
Poelatov was van de inzet op de hoogte en heeft de raket vooraf gezien. Toch is er volgens de rechter geen bewijs dat hij “zelf enige bijdrage heeft geleverd” aan de inzet van de Buk. Hij wordt daarom vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Girkin was de militaire leider in de Volksrepubliek Donetsk, verantwoordelijk voor de opbouw en inzet van het militaire arsenaal en van strijders, en in die rol eindverantwoordelijk. Hoewel niet kan worden bewezen dat hij vooraf wist over de Buk, vond hij de inzet volgens de rechtbank wel aanvaardbaar. Daarom wordt hij gezien als “functioneel dader”. Onder zijn gezag waren eerder al vliegtuigen neergehaald. Bovendien heeft hij zich actief ingezet om de Buk zo snel mogelijk weer af te voeren naar Rusland.
Het maakt de rechtbank niet uit of het de bedoeling was om specifiek de MH17 te raken, alleen dat opzettelijk een vliegtuig is neergeschoten. Wie uiteindelijk de opdracht gaf tot het afvuren van de raket en waarom, is volgens de rechtbank niet vast te stellen.
Volgens de rechtbank had Rusland ten tijde van het incident de volledige controle over de zelfverklaarde Volksrepubliek Donetsk. De verdachten kunnen geen beroep doen op immuniteit op basis van het oorlogsrecht, omdat zowel Rusland als de separatisten ontkennen dat de rebellen deel uitmaakten van de Russische Federatie.
Bij verstek veroordeeld
De veroordeelden waren tijdens de uitspraak niet in aanwezig in de rechtbank in het Justitieel Complex Schiphol, omdat Rusland ze niet wil uitleveren. Ze zijn dus bij verstek veroordeeld. Alleen de Rus Oleg Poelatov liet zich vertegenwoordigen door advocaten, die ook vrijspraak hadden geëist voor hun cliënt. Wel waren er veel nabestaanden en (internationale) media in de rechtszaal.
Op basis van een grote hoeveelheid beeldmateriaal, tapgesprekken, zendmastgegevens, getuigenverklaringen en deskundigenrapporten is onderzocht welk wapen is gebruikt, welke route de raket heeft afgelegd en waar de betrokkenen op welk moment waren.
De MH17-strafzaak is hiermee nog niet per se ten einde. Er kan nog hoger beroep worden aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank. Dat moet binnen twee weken gebeuren. Daarnaast gaat het opsporingsonderzoek naar andere betrokkenen bij de ramp nog door. Ook lopen er tal van procedures bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en heeft Nederland samen met Australië bij het Internationaal Gerechtshof Rusland aansprakelijk gesteld voor betrokkenheid bij het neerhalen van MH17.
De eerste zitting van de MH17-strafzaak was op 9 maart 2020. Veel nabestaanden maakten in de loop van het proces gebruik van hun spreekrecht. Vorig jaar vertelden zij drie weken lang hoe hun leven is beïnvloed door het verlies van hun naasten. Bovenop het verdriet raakten sommigen psychisch in de problemen, anderen verloren hun baan of hun relatie liep op de klippen.