Advocaat waarschuwt: Onderbuikgevoelens bepalen de straf voor moord en doodslag
Angstvallig geruisloos zijn in Nederland de straffen voor moord en doodslag verhoogd, terwijl het daar allerminst veiliger van wordt, betoogt strafrechtadvocaat Jordi L’Homme.
De 16-jarige Hümeyra komt in 2018 op tragische wijze om het leven wanneer haar ex-vriend Bekir E. haar met zeven schoten doodt op het terrein van haar school. De zaak zal later in de media veel aandacht krijgen, onder meer nadat is gebleken dat Hümeyra in de maanden voorafgaand aan haar overlijden door Bekir E. werd gestalkt. De rechtbank veroordeelde hem in eerste instantie voor doodslag en legde een gevangenisstraf op van 14 jaar en tbs met dwangverpleging.
De zaak-Hümeyra is onderdeel geworden van een politieke discussie over de hoogte van de maximumstraf voor doodslag. Afgelopen woensdag debatteerde de Tweede Kamer over het verhogen van dit wettelijk maximum. Als het aan de indieners van het wetsvoorstel, de voormalige bewindslieden Grapperhaus en Dekker, ligt, zal het maximum van 15 naar 25 jaar moeten gaan.
Tijdens het Kamerdebat bleken alle partijen voorstander van een verhoging te zijn. Maar volgens enkele partijen (waaronder coalitiepartijen D66 en CU) is een verhoging met 10 jaar naar 25 jaar te fors en is een maximale strafmaat van 20 jaar passender.
Voorbedachten rade
Als belangrijkste reden voor het wetsvoorstel geldt het verschil met het strafmaximum voor moord, waarvoor een gevangenisstraf van 30 jaar of levenslang kan worden opgelegd. Voor moord moet sprake zijn van ‘voorbedachten rade’, maar door een uitspraak van de Hoge Raad uit 2012 wordt die ‘voorbedachten rade’ minder snel aangenomen door rechters, wat eerder leidt tot een vonnis van doodslag. Het huidige strafmaximum voor dit misdrijf zou daarom geen recht doen aan de ernst en in de praktijk knellen.
De vraag is alleen of het strafmaximum van 15 jaar in de praktijk knelt, nu blijkt dat dit zelden door rechters wordt opgelegd. Kennelijk kunnen zij met het huidige strafmaximum van doodslag prima uit de voeten. Bovendien: als ‘voorbedachten rade’ niet bewezen kan worden, kan ook ‘gekwalificeerde doodslag’ ten laste worden gelegd. Dan hangt doodslag samen met een ander strafbaar feit: de betrapte inbreker die bijvoorbeeld iemand doodt om de inbraak te verbergen. En voor gekwalificeerde doodslag geldt dezelfde maximumstraf als voor moord.
Ook kan de rechter – net als in de situatie van Bekir E. – tbs met dwangverpleging opleggen, waardoor mensen na het uitzitten van de gevangenisstraf nog lange tijd in behandeling moeten voordat ze hun vrijheid kunnen herkrijgen.
Povere onderbouwing
In de toelichting op het wetsvoorstel wordt naast de zaak-Hümeyra slechts één andere zaak (uit 2016) aangehaald die de strafverhoging zou rechtvaardigen. Dat is wel een heel povere onderbouwing. Het advies van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak is dan ook veelzeggend: een verhoging van het strafmaximum van doodslag naar 25 jaar zal in de praktijk niet leiden tot hogere straffen.
Zeker, de straf voor iemand die een dierbare om het leven heeft gebracht, kan vaak niet hoog genoeg zijn. Maar het politiek debat over nut en noodzaak van hogere strafmaxima (én langere gevangenisstraffen) is de afgelopen jaren angstvallig geruisloos verlopen. Voorbeelden zijn de verhoging van het strafmaximum voor moord (naar 30 jaar) en de verdriedubbeling van de straf voor roekeloos rijgedrag.
Daarnaast is op 1 juli 2021 de wet Straffen en Beschermen in werking getreden. Hierdoor is de netto-straf bij gevangenisstraffen van langer dan zes jaar omhoog gegaan. Bij een dergelijke straf kan de veroordeelde nog maar tot maximaal twee jaar voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld.
Onderbuikgevoelens
Dergelijke verhogingen lijken gebaseerd op de onjuiste veronderstelling dat harder straffen Nederland veiliger maakt. Uit internationaal onderzoek blijkt het tegendeel: harder straffen leidt tot meer, en ook zwaardere, criminaliteit. De politiek zou er dan ook goed aan doen om afstand te nemen van het onderbuikgevoel dat hoe langer iemand vastzit, hoe veiliger Nederland is. Beter is het om het debat te voeren op basis van empirische gegevens en wetenschappelijke onderzoeksresultaten, waaruit blijkt wat er wel werkt.
In hoger beroep werd Bekir E. veroordeeld voor moord en kreeg een gevangenisstraf van 20 jaar en tbs met dwangverpleging opgelegd. Deze zaak die (ook in het debat van afgelopen week) veelvuldig werd aangehaald ter onderbouwing van de noodzaak voor verhoging van het strafmaximum op doodslag, blijkt juist te bewijzen dat de noodzaak hiervan ontbreekt.