Aangifte doen van een strafbaar feit
Het doen van aangifte van een strafbaar feit is een belangrijke stap binnen het strafrechtelijk systeem. Door aangifte te doen, informeert een burger de politie over een mogelijk gepleegd strafbaar feit, waarna de autoriteiten kunnen beslissen om een onderzoek in te stellen. De aangifte speelt vaak een cruciale rol in het starten van een strafrechtelijk onderzoek en kan uiteindelijk leiden tot de vervolging van een verdachte.
Wie kan aangifte doen?
Iedereen die kennis heeft van een strafbaar feit, heeft het recht om hiervan aangifte te doen bij de politie. Dit is niet beperkt tot het slachtoffer van het misdrijf; ook getuigen of anderen die over relevante informatie beschikken, kunnen aangifte doen. Volgens artikel 163 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan de aangifte mondeling of schriftelijk worden gedaan bij een bevoegde ambtenaar, doorgaans een politieagent. De aangifte kan persoonlijk door de aangever worden gedaan, of door een gemachtigde die beschikt over een schriftelijke volmacht.
Verplichte aangifte
In bepaalde gevallen is het niet slechts een recht, maar een plicht om aangifte te doen. Deze verplichting geldt met name voor bepaalde ernstige strafbare feiten, zoals moord, doodslag, of wanneer men op de hoogte is van plannen voor een aanslag. De artikelen 160 en 162 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bepalen in welke gevallen een burger verplicht is om aangifte te doen. Het niet nakomen van deze aangifteplicht kan zelf strafbaar zijn.
Proces van aangifte doen
Aangifte doen kan op verschillende manieren: mondeling, schriftelijk, of zelfs digitaal. Wanneer iemand mondeling aangifte doet, wordt de aangifte door de politieagent op schrift gesteld. Deze schriftelijke weergave van de aangifte wordt vervolgens voorgelezen aan de aangever, die deze dient te ondertekenen om de aangifte officieel te maken. Als de aangever om welke reden dan ook niet in staat is om te tekenen, wordt de reden hiervoor vermeld in het proces-verbaal.
Voor schriftelijke aangiftes kan men ook iemand machtigen om namens hen aangifte te doen. Dit vereist een specifieke schriftelijke volmacht. Als de volmacht bij een notaris is vastgelegd, moet een authentiek afschrift van deze volmacht worden bijgevoegd bij de aangifte.
In de moderne tijd is het ook mogelijk om aangifte te doen via elektronische middelen, zoals een online formulier op de website van de politie. Ook deze digitale aangifte wordt na voltooiing als een ondertekende aangifte beschouwd.
Kopie van de aangifte
Nadat de aangifte is gedaan, heeft de aangever het recht om een kopie van de aangifte of het proces-verbaal van aangifte te ontvangen. Dit kan nuttig zijn voor eigen administratie of voor het ondernemen van verdere juridische stappen. De kopie dient op verzoek te worden verstrekt door de politie en geeft de aangever inzicht in de informatie die door de politie is geregistreerd.
Advocaat nodig bij doen van aangifte?
Aangifte doen is een cruciaal onderdeel van het rechtssysteem. Zonder aangifte blijft een strafbaar feit vaak onopgemerkt en onbestraft. Het stelt de politie en andere opsporingsdiensten in staat om onderzoek te doen naar de feiten, bewijsmateriaal te verzamelen, en mogelijk de dader op te sporen en voor de rechter te brengen. Bovendien kan het doen van aangifte bijdragen aan het voorkomen van verdere misdrijven, doordat daders worden opgespoord en vervolgd.
Indien u hierover vragen heeft, neemt u dan vooral contact op met ons kantoor. U kunt een e-mail sturen aan info@klpadvocaten.nl of (tijdens kantoortijden) bellen naar het telefoonnummer 020-6731548. Bij spoed (uzelf of een bekende van u wordt mogelijk binnenkort aangehouden) kunt u contact opnemen via ons spoedtelefoonnummer 06-24428734.
Artikel 12 Sv-procedure beginnen na aangifte?
Als de politie en het Openbaar Ministerie besluiten om niets te doen met uw aangifte, kunt een artikel 12 Sv-procedure beginnen. Dit is een formele klachtprocedure waarin u aan het gerechtshof vraagt om het Openbaar Ministerie te dwingen alsnog tot vervolging over te gaan. Deze procedure wordt ook wel een ‘procedure klacht niet-vervolging’ genoemd.