Laat het Openbaar Ministerie de lichtere zaken zelf afhandelen. Dan kunnen rechters zich richten op de zwaardere zaken, zodat er voldoende cellen zijn voor de veroordeelden die daar echt thuishoren, betoogt advocaat Peter Plasman.
Natuurlijk is 6 jaar veel, maar ook voor het stelen van een koe uit een wei of voor het stelen van een paar blikjes bier door twee jongens van 18 jaar geldt dit strafmaximum, terwijl iedereen beseft dat die 6 jaar dan nimmer zal worden opgelegd. Het wettelijk strafmaximum zegt dus niets over de ernst van het feit. Het OM zal in zaken waarin het meent dat een straf van meer dan 6 maanden passend is, blijven dagvaarden.
Dinsdag wordt deze nieuwe aanpak in de Tweede Kamer besproken. Het is te hopen dat Kamerleden voldoende doordrongen zijn van de noodzaak van de lijn die door het Openbaar Ministerie nu eindelijk is ingezet. De strafrechtspleging kraakt namelijk in al haar voegen. De politie kampt met grote personele problemen, de opsporing stokt, politiemensen raken gedemotiveerd.
Verdachten worden in toenemende mate niet vervolgd wegens onvoldoende capaciteit bij het OM en onvoldoende zittingsruimte bij de strafrechter. Wanneer wel wordt vervolgd kan de vervolging jaren duren of zelfs vastlopen. Er liggen zo’n 6.500 zware zaken op de plank, zo heb ik uit betrouwbare bron vernomen.
Sierra Leone
Vonnissen worden bij gebrek aan celruimte op grote schaal niet ten uitvoer gelegd. Veroordeelden die wel vastzitten worden voortijdig vrijgelaten, duizenden veroordeelden lopen ongestoord vrij rond en anderen kunnen zich eenvoudig schuilhouden. De voorlopige hechtenis wordt, ook in zeer zware zaken, geschorst omdat de inhoudelijke behandeling niet kan worden ingepland. Grote jongens steken vanuit Dubai, Sierra Leone of hun Lamborghini de middelvinger op.
Een officier van justitie berichtte onlangs aan een slachtoffer in een bewijsbare zaak: ‘De beschikbare capaciteit gaat op dit moment met name naar explosies, straatroven, zedenzaken, huiselijk geweld, cybercriminaliteit en geweldsmisdrijven. Zelfs in deze zaken kan soms niet alles worden opgepakt en onderzocht.’ Daarbij: ‘Alhoewel ik kan begrijpen dat deze gebeurtenissen een grote impact op u hebben gehad, heb ik besloten dat het doen van onderzoek niet opportuun is.’
Het betreft hier niet een incident, het is beleid. Kortom, er is sprake van een crisis.
Celruimte
Om de zaak weer op de rails te krijgen en het vertrouwen te behouden is essentieel dat rechters zich meer gaan richten op de zwaardere zaken, dat zoveel mogelijk daders tegen een straf aanlopen en dat celruimte beschikbaar is voor veroordeelden die daar echt in thuishoren. Onder erkenning dat het nooit mogelijk zal zijn om alle misdrijven aan te pakken en dat er dus altijd keuzes gemaakt moeten worden. Tegen die achtergrond is door het Openbaar Ministerie tot aanpassing van het beleid besloten, een serieus begin van een oplossing.
Als beoogd gevolg van dit nieuwe beleid zal de korte gevangenisstraf (vooralsnog alleen bij vermogensdelicten) uit beeld verdwijnen en dat wordt helaas door sommige politici, zoals van de PVV, nog steeds als nadeel gezien. In 2023 verscheen een lezenswaardig rapport van het WODC met als conclusie dat korte gevangenisstraffen niet te verkiezen zijn boven andere typen straffen.
Stigmatisering
De strafdoeleinden worden namelijk niet bereikt terwijl wel vaak grote schade wordt aangericht: verlies van baan, woning, relatie, stigmatisering van kinderen et cetera. Het verdwijnen van de korte gevangenisstraf is zo bekeken juist een voordeel van het nieuwe beleid. Bovendien is Nederland qua korte vrijheidsstraf koploper in Europa; onze buren hebben al eerder begrepen dat de korte vrijheidsstraf alleen maar nadelen oplevert.
Maar nog belangrijker is echter dat door de korte celstraf te vervangen door een andere strafmodaliteit er zeer veel ruimte ontstaat om de problematiek daadwerkelijk aan te pakken. In ongeveer 70 procent van de strafzaken wordt een celstraf van minder dan drie maanden opgelegd, dus tel uit de winst als het gaat om vinden van celruimte.
De Raad voor de rechtspraak noemt als bezwaar dat het gebrek aan openbaarheid en de aanzienlijke verlaging in straftoemeting afbreuk kunnen doen aan de geloofwaardigheid en effectiviteit van het strafrecht. Dat klinkt mooi, maar het gaat volledig voorbij aan de maatschappelijke werkelijkheid.
Zichtbare onmacht
Als iets de geloofwaardigheid en de effectiviteit aantast, dan is het wel de zichtbare onmacht om zaken tijdig te berechten en strafrechtelijke beslissingen (tijdig) uit te voeren. De Raad voor de rechtspraak komt ook niet met andere oplossingen. Natuurlijk zijn er aandachtspunten, de rechtsbijstand moet identiek zijn aan die bij de politierechter en rechten van het slachtoffer dienen gewaarborgd te zijn. Het Openbaar Ministerie heeft deze punten onlangs ook zelf uitdrukkelijk benoemd.
Het OM kan met dit beleid bereiken dat zoveel mogelijk daders van een straf worden voorzien, en dat zware jongens van een zware straf worden voorzien. De middelvingers naar de samenleving moeten weg. Dit nieuwe beleid blokkeren zonder een oplossing aan te dragen betekent doormodderen; veel van mijn cliënten zullen dat toejuichen. Dat kán geen goed teken zijn.