Ondanks een nadrukkelijke en herhaalde oproep, bijna een smeekbede, is het vandaag niet gelukt twee tandartsen uit Steenwijk nader tot elkaar te brengen. Ze zijn al jaren hevig in conflict met elkaar. Een keiharde vete, noemt de voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle de kwestie onomwonden. ,,Dat is niet goed voor de zorg aan patiënten.’’
Hij ondernam daarom herhaalde pogingen tot vredesoverleg. ,,Heren stop hiermee. Steek je energie in de tandzorg en niet in elkaar bevechten. De patiënt mag geen speelbal worden van twee tandartsen die een conflict hebben.’’
Sneu en triest
Het zal zelden vertoond zijn in ons land. De beschuldigingen over en weer liegen er niet om: van slechte zorg en valse handtekeningen, tot het weigeren patiëntendossiers over te dragen en valse aangiften. Het resultaat is volgens het tuchtcollege ‘sneu, verdrietig en triest’: meer dan twintig tijdrovende en geldverslindende zaken in de afgelopen zeven jaar, voor de tuchtrechter of de gewone rechter.
En het einde is nog niet in zicht. Er zitten in ieder geval nog drie zaken in de pijplijn.
De partijen zaten vandaag weer tegenover elkaar in de rechtbank na een klacht van de ene tandarts over de andere tandarts. Dit keer ging het over vermeend ernstig oncollegiaal handelen, het doen van een ongegronde aangifte en het niet verstrekken van medische dossiers van overgestapte patiënten. Een gelijksoortige klacht diende de andere tandarts jaren geleden in over de ene tandarts.
Eindeloos
Daarom ziet het tuchtcollege op basis van ervaringen in de afgelopen zeven jaar de bui al hangen. Dit gaat eindeloos zo door. ,,Het tuchtrecht is niet bedoeld voor beroepsgenoten om elkaar ter verantwoording te roepen, maar voor patiënten en cliënten die dat met een zorgverlener willen doen.’’
Dat leidde tot de vraag: wat is er nodig om dit te stoppen? Advocaat Peter Plasman, die de aangeklaagde tandarts bijstaat, had het antwoord al klaar. De gerenommeerde strafrechtadvocaat is juist ingehuurd voor deze klus – zijn tweede tuchtzaak ooit – om te proberen een einde te maken aan de situatie.
Zijn voorstel: ,,Laten we afspreken dat we voor een jaar of het liefst langer over en weer geen klachten meer indienen. Laat het over aan patiënten, mits die niet gestimuleerd en gefinancierd worden door de tegenpartij.’’
Nadat een voorstel voor mediation het niet haalde (‘Daarvoor is er te veel gebeurd’), vroeg het tuchtcollege beide partijen tijdens een schorsing een kwartier na te denken over het voorstel geen klachten meer in te dienen.
Emotioneel
De aangeklaagde tandarts wil niets liever. Geëmotioneerd maakt hij duidelijk hoezeer dit alles aan hem en zijn gezin vreet. ,,Ik wil graag dat deze ellende vandaag stopt.’’
De andere tandarts wil hooguit beloven dat hij zijn best zal doen geen klachten meer in te dienen. ,,Meer kunt u niet van mij vragen. Ik zie het als mijn plicht als zorgverlener om zaken aan te kaarten die niet goed zijn.’’
De voorzitter van het tuchtcollege legt nogmaals uit dat hij dat niet hoeft te doen. Benadrukt dat hij het kan overlaten aan patiënten en de Inspectie Gezondheidszorg. Als hij vervolgens het slagveld nog een keer overziet, gooit hij verslagen de handdoek in de ring.
,,We hebben het geprobeerd en alle mogelijke middelen ingezet. Hopelijk lukt het buiten deze zitting tussen de advocaten onderling alsnog om iets te regelen.’’
Het tuchtcollege doet op 28 maart uitspraak over de klachten.